De historie van de Nederlandse kentekenplaat

1898: Introductie van de kentekenplaat in Nederland

In het jaar 1898 werd de kentekenplaat in Nederland geïntroduceerd. Een belangrijke reden hiervoor was dat de politie per fiets de automobilisten niet meer kon bijhouden. Vandaar dat men besloot om een kentekensysteem op te zetten. Nederland was overigens niet het eerste land in Europa die de kentekenplaat geïntroduceerd heeft. Frankrijk en Duitsland gingen ons land in een eerder stadium al voor. De eerste kentekenplaat kreeg simpelweg het nummer 1. De daaropvolgende kentekens werden in numerieke volgorde uitgereikt.

De kleur van de kentekenplaten was in die tijd al donkerblauw. Dit is dezelfde kleur als de oldtimer kentekenplaten. Deze donkerblauwe kentekenplaten zouden tot 1978 op de Nederlandse auto's zitten. Na deze periode werd er overgestapt op de gele, reflex kentekenplaten zoals we die nu ook nog steeds kennen.

1906: Kentekenplaat per provincie

Steeds meer mensen kregen een auto in Nederland. De behoefte om de kentekenregistratie meer te structureren en organiseren werd steeds groter. In 1906 besloot de overheid om de kentekenplaten per provincie te rangschikken. Iedere provincie kreeg een eigen beginletter, gevolgd door 5 cijfers. Kwam je destijds uit Groningen, dan begon je kenteken met een A, een Fries kreeg als beginletter een B en een Noord-Brabander kreeg een N als beginletter op zijn kentekenplaat. Zo zag je precies uit welke provincie iedere automobilist kwam. Buitenlanders of Nederlander in het buitenland kregen de R als beginletter.

Het bijzondere aan deze provincie kentekenplaten is dat ze persoonsgebonden waren en niet per auto. Kocht je bijvoorbeeld een andere auto, dan nam je je eigen kentekenplaat mee naar de andere auto. Je hield op deze manier je hele leven hetzelfde kenteken. Dit systeem is in België overigens nog steeds van toepassing.

Nederlandse provincie kentekenplaat Nederlandse provincie kentekenplaat 1906-1951


1951: Kentekenplaten worden uitgegeven door het RDW 

In de loop van de tijd groeide de behoefte om vanuit één centraal punt de kentekenregistratie te organiseren. Werd de kentekenregistratie voor 1951 per provincie geregeld, nu gebeurde dat landelijk door de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). De kentekenplaten waren ook niet meer persoonsgebonden, maar gerelateerd aan je auto. Je had in die tijd tot 1957 de tijd om je provincie kentekenplaten om te ruilen voor nieuwe, landelijk kentekenplaten.

De kentekens van 1951 begonnen altijd met 2 letters, gevolgd door een streepje en 2 cijfers, gevolgd door weer een streepje en 2 cijfers. Aan de tweede letter van het kenteken kon dan worden opgemaakt om wat voor type voertuig het ging. Was de tweede letter van het kenteken bijvoorbeeld een D,G,K,P,T of X dan betrof het een personenauto. Bij het uitgeven van de kentekenplaten werd begonnen met de letter N (eerste uitgifte kenteken was ND-00-01), waarna de kentekens door de RDW op volgorde werden uitgegeven.

Bepaalde kentekencombinaties werden niet opgenomen. De combinaties met SD, SA en SS werden vanwege de negatieve gevoelens met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog niet gebruikt. Kentekens beginnend met AA werden specifiek gebruikt voor voertuigen van het koningshuis.

1965: Overgang naar nieuwe kentekenreeks

De kentekencombinaties waar ze in 1951 mee startte, waren in 1965 nog niet helemaal uitgeput, ondanks het feit dat er veel meer auto's waren bijgekomen. Toch werd er besloten om op een nieuwe kentekenreeks te introduceren. Het kenteken bestond nog altijd uit 4 cijfers en 2 letters. Echter, de kentekens begonnen nu met 4 cijfers en eindigden met 2 letters na het laatste streepje. 

1973: Letters tussen de cijfers

In 1973 werd besloten om de letters tussen de cijfers te plaatsen op de kentekens. Het eerste uitgegeven kenteken werd 00-AD-01. In de jaren 1976 en 1977 werd daarnaast gekozen voor een wat lichtere kleur van de blauwe kentekenplaat.

1978: Introductie van de gele reflex kentekenplaat

Vanuit het oogpunt van de verkeersveiligheid werd er gestart met het testen van gele reflecterende kentekenplaten. Deze reflex kentekenplaten zouden in het donker beter te zien zijn dan de oude donkerblauwe kentekenplaten die tot 1978 gevoerd werden. Ook de kentekenreeks werd uitgebreid. Nieuw uitgegeven kentekens bestonden vanaf het jaar 1978 uit 4 letters en 2 cijfers. Wanneer je nog een blauwe kentekenplaat had, hoefde je deze niet perse om te wisselen, omwille van de hoge kosten van een nieuwe reflecterende kentekenplaat.

2000: Introductie van GAIK (Gecontroleerde Afgifte Inname Kentekenplaten)

In de tijd voor GAIK kon je op zeer eenvoudige wijze een kentekenplaat kopen. Er was geen systeem dat vastlegde hoeveel kentekens er per auto waren uitgegeven. Dit werkte misbruik van de kentekens in de hand. Je kon gemakkelijk met een gekloonde kentekenplaat gaan tanken zonder te betalen, waarna de eigenaar van het oorspronkelijke kenteken op het matje werd geroepen.

De overheid vond daarom dat er iets gedaan moest worden aan het kentekenmisbruik. Zij gaven de RDW de opdracht om hiervoor een goed systeem voor te ontwikkelen. Daartoe werd een werkgroep opgericht genaamd GAIK (Gecontroleerde Afgifte en Inname Kentekenplaten) opgericht. Deze werkgroep was in 1992 klaar met het ontwikkelen van het systeem. Het duurde echter nog jaren voordat GAIK daadwerkelijk werd geïmplementeerd. Vanaf 1 februari 2000 kwamen de nieuwe Nederlandse kentekenplaten in omloop. De kentekenplaten hadden allemaal een unieke lamineercode en echtheidskenmerken, waardoor controle achteraf veel beter verliep. De kentekenplaten kregen een zwarte rand en een blauw NL logo aan de linkerzijde. Deze nummerplaat ziet er heden ten dagen nog steeds hetzelfde uit. Aanhangers en fietsendragers werden vanaf 2000 voorzien van een witte kentekenplaat. Deze vielen niet onder het GAIK systeem en werden daarmee niet geregistreerd en gecontroleerd.

Bij de APK werden de oude kentekenplaten dan omgewisseld voor de nieuwe GAIK kentekenplaten met unieke lamineercode. Gevolg was dat de kentekenplaatmachines bij de RDW-erkende fabrikanten overuren maakten en honderden nieuwe GAIK kentekenplaten per dag maakten. Tot en met het jaar 2008 hadden de kentekenplaten ook een weekstempel aan de rechterzijde van de GAIK nummerplaat, waar het weeknummer en het jaar van productie vermeld stonden. Vanaf 2008 werd dit alleen nog gedaan bij brommer- en scooterkentekenplaten.


GAIK kentekenplaat 2000    GAIK kentekenplaat zoals deze in 2000 werd geïntroduceerd. Nu met zwarte rand en blauw NL logo aan de linkerzijde.

2004: Nieuwe kentekencombinatie geïntroduceerd

Vanaf 2004 werd er een nieuwe kentekenreeks gestart. Deze combinatie begon met 2 cijfers, gevolgd door 3 letters en eindigend met 1 cijfer. Ook de cijfercombinatie 00 werd weer in gebruik genomen bij het uitgeven van nieuwe kentekens. Bepaalde lettercombinaties werden voor de hand liggende redenen niet gebruikt (GVD, SS, SD, VVD, PSV, PKK, LPF, KKK).

2013: Weer een andere kentekenreeks gestart

Doordat er natuurlijk zoveel personenauto's rondrijden in Nederland, raakten de kentekencombinaties die in 2004 werden ingevoerd uitgeput. In 2013 werd daarom besloten om een nieuwe kentekenreeks te starten. (1 cijfer-3 letters-2 cijfers). Het eerste kenteken dat werd uitgegeven in deze nieuwe reeks werd 1-KBB-00. In de daaropvolgende jaren worden er nog diverse nieuwe kentekenreeksen toegevoegd.

2021: Tractoren en landbouwvoertuigen worden kentekenplichtig

Vanaf 1 januari 2021 moeten ook de landbouwvoertuigen eraan geloven. Zij worden vanaf die datum kentekenplichtig wanneer zij een snelheid hebben van boven de 25 kilometer per uur. Onder andere door regelgeving vanuit Brussel werd deze tractor kentekenplaat ingevoerd in Nederland.